studie van teksten uit de hele wereld, geschreven in de Engelse taal
Engelse literatuur is soms gestigmatiseerd als insulair. Men kan stellen dat geen enkele Engelse roman de universaliteit bereikt van de Russische schrijver Leo Tolstoj's Oorlog en vrede of Madame Bovary van de Franse schrijver Gustave Flaubert. Toch werd in de Middeleeuwen de Oud-Engelse literatuur van de onderworpen Saksen doordrenkt met de Latijnse en Anglo-Normandische geschriften, bij uitstek van buitenlandse oorsprong, waarin de geestelijken en de Normandische veroveraars zich uitten. Uit deze combinatie ontstond een flexibel en subtiel taalinstrument dat door Geoffrey Chaucer werd geëxploiteerd en door William Shakespeare tot de hoogste toepassing werd gebracht. Tijdens de Renaissance had de hernieuwde belangstelling voor klassieke leer en waarden een belangrijk effect op de Engelse literatuur, zoals op alle kunsten; en ideeën van Augustaanse literaire fatsoen in de 18e eeuw en eerbied in de 19e eeuw voor een minder specifieke, hoewel nog steeds selectief bekeken, klassieke oudheid bleef de literatuur vormgeven