De koto is een Japans getokkeld citerinstrument met een halve buis
De koto (箏) is een Japans getokkeld citerinstrument met halve buis en het nationale instrument van Japan. Het is afgeleid van de Chinese zheng en se, en lijkt op de Mongoolse yatga, de Koreaanse gayageum en ajaeng, de Vietnamese đàn tranh, de Sundanese kacapi en de Kazachstaanse jetigen. Koto's zijn ongeveer 180 centimeter lang en gemaakt van Paulownia-hout (Paulownia tomentosa, bekend als kiri). Het meest voorkomende type gebruikt 13 snaren die over beweegbare bruggen zijn geregen die worden gebruikt voor het stemmen, waarbij verschillende stukken mogelijk een andere afstemming vereisen. 17-snarige koto komen ook veel voor en fungeren als bas in ensembles. Koto-snaren worden over het algemeen geplukt met drie vingerplectrums (tsume), gedragen op de eerste drie vingers van de rechterhand.