63 நாயன்மார்கள் - Nayanmaargal

In de 10e eeuw verzamelde koning Raja Raja Chola I de delen van Tevaram na het horen van uittreksels van de hymnen in zijn hof.: 50 Zijn priester Nambiyandar Nambi begon de lofzangen samen te stellen tot een reeks delen, de Tirumurai genaamd. Hij rangschikte de hymnen van drie heilige dichters Sambandar, Appar en Sundarar als de eerste zeven boeken die hij de Tevaram noemde. Hij stelde Manikkavacakar's Tirukovayar en Tiruvacakam samen als het achtste boek, de 28 hymnen van negen andere heiligen als het negende boek, de Tirumandiram van Tirumular en 40 hymnes door 12 andere dichters als het tiende boek. In het elfde boek creëerde hij de Tirutotanar Tiruvanthathi (ook bekend als Tirutoṇṭar Antādi, letterlijk: halsketting met verzen over de dienstknechten van de Heer), die bestond uit 89 verzen, met een vers gewijd aan elk van de heiligen. Met de toevoeging van Sundarar en zijn ouders aan de reeks, werd dit de canonieke lijst van de 63 heiligen. In de 12e eeuw voegde Sekkizhar een twaalfde deel toe aan de Tirumurai genaamd Periya Puranam, waarin hij de verhalen van elk van de 63 Nayanars verder uitwerkt.