Surah Sajdah

Surah Sajdah is het tweeëndertigste hoofdstuk van de Koran met dertig verzen. Wat betreft de timing en contextuele achtergrond van de veronderstelde openbaring, het is een eerdere "Mekkaanse soerah", wat betekent dat wordt verondersteld dat deze is geopenbaard in Mekka, in plaats van later in Medina.

Naam ontleend aan vers 15 waar het woord "Sajda" wordt genoemd.

"Alleen degenen die in Onze verzen geloven die, wanneer ze erdoor herinnerd worden, neerknielen en Allah verheerlijken met lof van hun Heer, en ze zijn niet arrogant"

Maar het betekent niet dat deze naam het eigenlijke onderwerp is dat in de hele Surah Al Sajdah wordt besproken. Het is slechts een referentie en een teken / symbool om deze soera van anderen te onderscheiden, zoals bij de meeste andere soera's van de koran. Hoewel er in deze Surahs verschillende onderwerpen worden besproken.

De Boodschapper van Allah vzmh zei: Iemand die 's nachts Surah Sajdah reciteert en Yasin, Surah Qamar en Mulk, er zou voor hem een ​​licht zijn en een bescherming tegen de duivel, en zijn positie zal stijgen tot de Dag des Oordeels.